Lumen Gentium - Constitutie van het Vaticanum II over de kerk

Lumen Gentium, de constitutie van Vaticanum II over de kerk, werd beroemd (of eerder, berucht) om zijn ketterse leer over collegialiteit. Dit is het idee dat alle bisschoppen gezamenlijk ook het hoogste gezag in de katholieke kerk bezitten.

Vaticanum II document, Lumen Gentium # 22:
“Van de andere kant is de orde der bisschoppen, die het apostelcollege opvolgt in het leerambt en in het herderlijk bestuur, en die zelfs de voortdurende voortzetting is van het apostelcollege, samen met haar hoofd de paus, en nooit zonder dit hoofd, eveneens subject van de hoogste en volledige macht over de universele Kerk...”45

We zien dat Lumen Gentium expliciet leert dat het College van bisschoppen de hoogste en volledige macht over de universele Kerk bezit. Als dit waar was, zou dat betekenen dat Christus niet een enkel hoofd in de persoon van St. Petrus in de Katholieke Kerk heeft aangesteld, maar twee hoofden, het College van Bisschoppen en Petrus. De kerk zou dan een monster met twee hoofden zijn.

Paus Bonifactius VIII, Unam Sanctam, 18 november 1302:
“Daarom is er van de enige echte kerk één lichaam en één hoofd, niet twee hoofden zoals een monster heeft...”46

De paus bezit als enige het hoogste gezag in de Kerk. De bisschoppen niet.

Paus Leo XIII, Satis Cognitum (#14), 29 juni 1896:
“Want Hij, die Petrus tot grondslag van de Kerk heeft gesteld, ‘heeft eveneens twaalf mannen uitgekozen, die Hij apostelen noemde.’ Zoals nu het gezag van Petrus in de paus van Rome voortdurend moet blijven voortbestaan, zo ontvangen de bisschoppen, omdat zij opvolgers van de apostelen zijn, als een nalatenschap de ambtelijke macht van de apostelen. En zo vormt het episcopaat een noodzakelijk bestanddeel van het innerlijk organisme van de Kerk. Al zijn de bisschoppen geen dragers van het volledige, algemene en opperste gezag, toch moet men ze ook niet beschouwen als louter plaatsvervangers van de Roomse Pausen, want ook zij hebben een eigen gezag, en worden daarom naar volle waarheid de gewone overheden (ordinarii) genoemd van de volkeren die zij besturen.”47

Paus Leo XIII, Satis Cognitum (#15), 29 juni 1896:
“Maar de macht van de Paus van Rome is de allerhoogste, ze is universeel en geheel onafhankelijk; die van de bisschoppen daarentegen is binnen bepaalde grenzen omschreven en is ook niet volkomen onafhankelijk.”48

Vaticanum II leert dat katholieken dezelfde God aanbidden als de moslims

Behalve de ketterij van collegialiteit zijn er andere in Lumen Gentium die men niet over het hoofd mag zien. Misschien staat de meest opmerkelijke in Lumen Gentium 16.

Vaticanum II document, Lumen Gentium # 16:
“Maar het heilsplan strekt zich ook uit tot hen, die de Schepper erkennen, onder wie vooral de MOSLIMS; zij verklaren het geloof van Abraham te bezitten, EN AANBIDDEN SAMEN MET ONS DE ÉNE EN BARMHARTIGE GOD, DIE DE MENSEN OP DE LAATSTE DAG ZAL OORDELEN.”49

Moslims verwerpen de Godheid van Christus

Christenen aanbidden Jezus als God

Dit is een ongelooflijke godslastering! Katholieken aanbidden Jezus Christus en de Allerheiligste Drie-eenheid; de moslims niet!

Een kind kan begrijpen dat wij niet dezelfde God hebben.

Paus Gregorius XVI, Summo Iugiter Studio (# 6), 27 mei 1832:
“Dus moeten zij hen onderrichten in de ware aanbidding van God, die uniek is voor de katholieke godsdienst.”50

Paus St. Gregorius de Grote: “De heilige universele Kerk leert dat het niet mogelijk is om God waarlijk te aanbidden behalve in Haar...”51

Sommige mensen proberen deze vreselijke ketterij van Vaticanum II te verdedigen door te beweren dat moslims één almachtige God erkennen en aanbidden. Ze redeneren aldus: Er is maar één God. En aangezien moslims één almachtige God aanbidden - niet vele goden, zoals de polytheïsten - aanbidden ze dezelfde almachtige God die wij katholieken aanbidden.

Het is duidelijk dat het een ontkenning is van de Allerheiligste Drie-eenheid, als je beweert dat moslims de ware God aanbidden zonder de Drie-eenheid te aanbidden. Ten tweede, en nog erger, als je er goed over nadenkt, is de verbijsterende verklaring dat moslims de Ene Barmhartige God aanbidden Die de mensheid op de Laatste dag zal oordelen! Dit is een ongelooflijke ketterij. Moslims aanbidden Jezus Christus niet, die op de laatste dag de opperste rechter van de mensheid is. Dus aanbidden ze God niet, die de mensheid op de laatste dag zal oordelen! Als je zegt, zoals Vaticanum II doet in Lumen Gentium, dat moslims God aanbidden, die de mensheid op de laatste dag zal oordelen, dan ontken je dat Jezus Christus de mensheid op de laatst dag zal oordelen.

Paus St. Damasus I, Concilie van Rome, Can. 15:
“Als iemand niet zegt dat HIJ (JEZUS CHRISTUS) … ZAL KOMEN OM DE LEVENDEN EN DE DODEN TE OORDELEN, IS HIJ EEN KETTER.”52

Behalve deze onvoorstelbare ketterij, treffen we in Lumen Gentium 16 nog een opvallende ketterij aan.

Vaticanum II leert dat iemand buiten zijn schuld atheïst kan zijn

Vaticanum II document Lumen Gentium # 16:
“Ook onthoudt de goddelijke Voorzienigheid de middelen, noodzakelijk voor het heil, niet aan wie buiten zijn schuld nog niet tot een uitdrukkelijke erkenning van God is gekomen, maar toch, niet zonder Gods genade, naar een rechtschapen levenswandel streeft.”53

Vaticanum II leert hier dat er mensen zijn die, BUITEN HUN SCHULD, nog niet tot een uitdrukkelijke erkenning van God zijn gekomen. Met andere woorden, er zijn mensen die, buiten hun schuld, niet in God geloven (d.w.z. atheïst zijn). Dit is ketterij.

De Heilige Schrift leert ons onfeilbaar dat iedereen die tot de jaren des onderscheids is gekomen met zekerheid kan weten dat er een God is. Ze kunnen dit weten door de dingen die gemaakt zijn: de bomen, het gras, de zon, de maan, de sterren enz. Geen enkele atheïst (die gelooft dat er geen God is) heeft een excuus. De natuurwet veroordeelt hem. Dit is een geopenbaarde waarheid in de Heilige Schrift.

Romeinen 1, 19-20: “Want wat een mens van God kan weten, is in feite onder hen bekend; God zelf heeft het hun geopenbaard. Van de schepping der wereld af wordt zijn onzichtbaar wezen door de rede in Zijn werken aanschouwd, Zijn eeuwige macht namelijk en Zijn godheid. DAAROM ZIJN ZIJ NIET TE VERONTSCHULDIGEN.”

H. Paulus leert dat atheïsten niet te verontschuldigen zijn omdat Gods schepping Zijn bestaan bewijst. Vaticanum II daarentegen leert dat atheïsten verontschuldigd kunnen worden. Dit roept bij ons de vraag op: “Welke bijbel gebruikte Vaticanum II?” Het moet de herziene satanische editie zijn geweest. De verklaring van Vaticanum II over degenen die God niet erkennen, wordt niet allen veroordeeld door H. Paulus, maar ook door het Eerste Vaticaans Concilie. Vaticanum I definieerde dogmatisch het beginsel dat in Romeinen 1 uiteengezet wordt – en dat onomwonden de leer van Vaticanum II tegenspreekt.

Paus Pius IX, Eerste Vaticaans Concilie, Zitting 3, Over Openbaring, Can. 1:
“Wie zegt, dat de ene en ware God, onze Schepper en Heer, met het natuurlijke licht van het menselijk verstand, door dat wat gemaakt is, niet met zekerheid gekend kan worden, die zij verdoemd.”54

Paus Pius IX, Eerste Vaticaans Concilie, Zitting 3, Over God de Schepper, Can. 1:
“Wie de ene ware God, de Schepper en Heer der zichtbare en onzichtbare dingen loochent, die zij verdoemd.”55

Vaticanum II valt rechtstreeks onder deze anathema’s door zijn bovenstaande ketterse leer.

Vaticanum II leert dat de Kerk verenigd is met degenen die het geloof of het pausschap niet aanvaarden.

In Lumen Gentium 15, verkondigt Vaticanum II ketterij over de kwestie betreffende degenen die verenigd zijn met de Kerk. Als men de kenmerken van de eenheid van de Katholieke Kerk zou samenvatten, zou men kunnen zeggen dat de kerk verenigd is met die gedoopte personen die het katholieke geloof in zijn geheel aannemen en in gemeenschap blijven met het pausschap, dat de verbindende factor is. Anders gezegd: de mensen met wie de Katholieke Kerk beslist niet verenigd is, zijn degenen die het katholieke geloof niet in zijn geheel aannemen of het pausschap niet aanvaarden. Maar Vaticanum II vermeldt die twee criteria voor de eenheid en leert juist het tegenovergestelde!

Vaticanum II document, Lumen Gentium # 15:
“Om meerdere redenen erkent de Kerk dat zij verbonden is met hen, die gedoopt zijn en de naam van christen dragen, maar niet het volledige geloof belijden of niet in de eenheid van gemeenschap leven onder de opvolger van Petrus.”56

Vaticanum II zegt dat de Kerk verbonden is met degenen die het geloof en het pausschap niet aanvaarden. Dit is absoluut ketters. Het staat haaks op wat de Kerk leert. Zoals we hieronder zien is het een dogma dat zij die het pausschap verwerpen, of een onderdeel van het geloof, niet met de Katholieke Kerk verbonden zijn.

Paus Pius IX, Amantissimus (# 3), 8 april 1862:
“Er zijn andere, bijna ontelbare, bewijzen van de betrouwbaarste getuigen, die duidelijk en openlijk getuigen met een groot geloof, nauwkeurigheid, respect en gehoorzaamheid, dat iedereen die tot de ware en éne kerk van Christus wil behoren, deze Apostolische Stoel en de Paus moet erkennen en gehoorzamen."57

Paus Pius VI, Charitas, (# 32), 13 april 1791:
“Tenslotte, in een woord, blijf Ons nabij. Want niemand kan in de Kerk van Christus verblijven zonder verenigd te zijn met haar zichtbare hoofd en gegrond op de Stoel van Petrus.”58

Paus Leo XIII, Satis Cognitum (# 9), 29 juni 1896:
“De Kerk heeft zich altijd aan dezelfde gedragslijn vastgehouden, zoals blijkt uit de eenstemmige leer van de heilige Vaders; want ook zij plachten ALLEN, DIE OOK MAAR IN DE GERINGSTE MATE WAREN AFGEWEKEN VAN EEN ONDERDEEL VAN DE DOOR HET WETTIG LEERGEZAG VOORGEHOUDEN LEER, TE BESCHOUWEN ALS BUITEN DE KATHOLIEKE GEMEENSCHAP STAANDE EN ALS UIT DE KERK UITGESTOTEN.”59

Vaticanum II leert ook dat ketters hun ontzag voor de Heilige Schrift tonen met een ware religieuze ijver.

Vaticanum II document, Lumen Gentium # 15, sprekend over niet-katholieken:
“Velen immers houden de heilige Schrift als norm van geloof en leven hoog in ere, tonen een oprechte religieuze ijver… zij zijn getekend door het Doopsel… en zij erkennen en ontvangen in hun eigen Kerken of kerkelijke gemeenschappen ook nog andere sacramenten.”60

De Katholieke Kerk leert dat ketters het traditionele Woord van God afwijzen.

Paus Gregorius XVI, Inter Praecipuas (#2), 8 mei 1844: “ U bent zich er toch van bewust dat al vanaf de eerste eeuwen die christelijk werden genoemd het een typische list van ketters is dat ze, bij het afwijzen van het traditionele Woord van God, en het verwerpen van het gezag van de Katholieke Kerk, de bijbel die voor hen ligt vervalsen, of de betekenis ervan anders uitleggen.”61

Voetnoten bij hoofdstuk 8:

45 Decrees of the Ecumenical Councils, Vol. 2, p. 866.

46 Denzinger 468.

47 The Papal Encyclicals, Vol. 2 (1878-1903), p. 400.

48 Denzinger 1961.

49 Decrees of the Ecumenical Councils, Vol. 2, p. 861.

50 The Papal Encyclicals, Vol. 1 (1740-1878), p. 231.

51 The Papal Encyclicals, Vol. 1 (1740-1878), p. 230.

52 Denzinger 73.

53 Decrees of the Ecumenical Councils, Vol. 2, p. 861.

54 Denzinger 1806.

55 Denzinger 1801.

56 Decrees of the Ecumenical Councils, Vol. 2, p. 860.

57 The Papal Encyclicals, Vol. 1 (1740-1878), p. 364.

58 The Papal Encyclicals, Vol. 1 (1740-1878), p. 184.

59 The Papal Encyclicals, Vol. 2 (1878-1903), p. 399.

60 Decrees of the Ecumenical Councils, Vol. 2, pp. 860-861.

61 Denzinger 1630.