^
^
Recent Featured Videos and Articles | Eastern “Orthodoxy” Exposed | Why Hell Must Be Eternal | The Antichrist Identified! | What Fake Christians Get Wrong About Ephesians | Why So Many Can't Believe | “Magicians” Prove A Spiritual World Exists | Amazing Evidence For God | News Links |
Vatican II “Catholic” Church Exposed | Steps To Convert | Outside The Church There Is No Salvation | E-Exchanges | The Holy Rosary | Padre Pio | Traditional Catholic Issues And Groups | Help Save Souls: Donate |
Dignitatis Humanae – De Verklaring over de godsdienstvrijheid van Vaticanum II
De Verklaring over de godsdienstvrijheid van Vaticanum II is zonder twijfel de beruchtste van alle documenten van Vaticanum II. Om te begrijpen waarom de leer van Vaticanum II over godsdienstvrijheid ketters is moet men de onfeilbare leer van de Katholieke Kerk over dit onderwerp begrijpen. Het is een dogma van de Katholieke Kerk dat staten het recht en zelfs de plicht hebben te voorkomen dat de leden van valse religies publiekelijk hun valse religies verspreiden en praktiseren. De staten moeten dit doen ter bescherming van het algemeen welzijn - het welzijn van zielen - dat wordt geschaad door de publieke verspreiding van het kwaad. Dit is de reden waarom de Katholieke Kerk altijd heeft geleerd dat het katholicisme de enige religie van de staat zou moeten zijn en dat de staat de openbare belijdenis en de verspreiding van een andere zou moeten uitsluiten en verbieden. We zullen nu drie stellingen bekijken die door Paus Pius IX in zijn gezaghebbende Syllabus van Dwalingen worden veroordeeld.
Merk op, het idee dat de katholieke religie niet de enige religie van de staat moet zijn, met uitsluiting van andere religies, is veroordeeld. Dit betekent dat de katholieke godsdienst de enige godsdienst van de staat moet zijn en dat de anderen moeten worden uitgesloten van openbare eredienst, belijdenis, beoefening en verspreiding. De Katholieke Kerk dwingt ongelovigen niet tot het katholieke geloof, want geloof is (per definitie) een vrije handeling van de wil.
Zij leert echter dat staten de verspreiding en de openbare belijdenis van valse religies, die zielen naar de hel voert, moeten verbieden.
Ook in Quanta Cura veroordeelt Paus IX de opvatting dat godsdienstvrijheid voor iedereen een burgerrecht moet zijn.
Maar Vaticanum II leert precies het tegenovergestelde:
Vaticanum II leert dat godsdienstvrijheid een burgerrecht moet zijn, wat rechtstreeks door Paus Pius IX wordt veroordeeld. Vaticanum II zegt ook dat dit recht op godsdienstvrijheid van toepassing is op uitingen in het openbaar, evenals in de privésfeer; en dat niemand moet worden uitgesloten van de openbare uiting of beoefening van zijn religie. De leer van Vaticanum II is onverbloemde ketterij tegen de onfeilbare leer van Paus Pius IX en tal van andere pausen. De leer van Vaticanum II over religieuze vrijheid kon letterlijk zijn toegevoegd aan de fouten van de Syllabus van Dwalingen die door door Paus Pius IX veroordeeld zijn.
Benedict XVI geeft toe dat de leer van Vaticanum II over Godsdienstvrijheid in tegenspraak is met de Syllabus van Dwalingen van Paus Pius IX!
Benedictus XVI geeft hier toe dat de leer van Vaticanum II (waar hij zich aan houdt) rechtstreeks in strijd is met de leer van de Syllabus van Dwalingen van Paus Pius IX. Met andere woorden, hij geeft gewoon toe dat de leer van Vaticanum II is in strijd met de leer van het katholieke Magisterium. Je zou het nauwelijks een duidelijker bevestiging kunnen verlangen dat de leer van Vaticanum II ketters is. In zijn boek herhaalt Benedictus XVI dit steeds weer en noemt de leer van Vaticanum II "de contra-syllabus" en zegt dat er geen terugkeer mogelijk is naar de Syllabus van Dwalingen!
De ketterij van Vaticanum II wordt misschien het duidelijkst uitgedrukt in het volgende citaat:
Het is een recht om het ware, het zedelijk goede in de staat vrij en op verstandige wijze te verspreiden om zoveel mogelijk mensen ermee bekend te maken. Valse theorieën, die het grootste bederf zijn voor de geest, en ondeugden, die het bederf zijn voor het gemoed en de zedelijkheid, moeten door het openbaar gezag met zorg bedwongen worden om te verhinderen, dat zij tot verderf van de staat voortwoekeren.”73
Hier zien we dat Paus Leo XIII (hij herhaalt eenvoudigweg de consequente leer van de opeenvolgende pausen) leert dat de staat de rechten en voorrechten van andere religies om religieuze handelingen te verrichten niet alleen kan, maar moet beperken en verbieden - precies het tegenovergestelde van wat Vaticanum II verklaart. Dergelijke openbare handelingen, valse meningen en valse leringen moeten worden onderdrukt door de overheid (de staat) volgens de leer van de Katholieke Kerk, zodat zielen geen aanleiding tot zonde wordt gegeven of zielen door hen worden verleid.
De ketterij van Vaticanum II over dit onderwerp is heel duidelijk, maar er zijn altijd ketters die proberen het onverdedigbare te verdedigen.
De weerlegging van pogingen om de leer van Vaticanum II over godsdienstvrijheid te verdedigen
Sommige verdedigers van de leer van Vaticanum II over religieuze vrijheid beweren dat Vaticanum II eenvoudigweg onderwees dat we mensen niet moeten dwingen om te geloven.
Zoals we al hebben gezien, is dit volledig onjuist. Vaticanum II leert niet alleen dat de Katholieke Kerk het geloof niet kan afdwingen of een ongelovige dwingen katholiek te worden. Nee, Vaticanum II leert dat staten niet het recht hebben om een einde te maken aan de publieke uitdrukking, de verspreiding en de beoefening van valse religies (omdat het burgerrecht op godsdienstvrijheid universeel erkend moet worden). Nogmaals, we moeten het onderscheid maken tussen twee aparte kwesties, die de onoprechte verdedigers van Vaticanum II soms proberen samen te voegen: Het eerste punt) de Katholieke Kerk dwingt een niet-gelovige niet om te geloven en dwingt het geloof ook niet af, aangezien geloof vrijwillig is - terecht; Het tweede punt) de staat kan de publieke uiting van deze valse religies niet onderdrukken - dit is het punt waarop Vaticanum II de katholieke leer over godsdienstvrijheid tegenspreekt. Dit tweede punt is waar het om draait.
Laten we een voorbeeld geven om dit beter te begrijpen: als een staat bijvoorbeeld te maken zou hebben met moslims en joden die hun religieuze diensten en vieringen op een openbare plaats houden (ook al zouden ze de rust niet verstoren of inbreuk maken op privé-eigendom of ook maar enigszins de openbare orde verstoren), dan kan en moet de staat (volgens de katholieke leer) deze diensten en vieringen onderdrukken en de Joden en Moslims naar huis sturen (of hen arresteren als de wet goed werd gehandhaafd) omdat ze anderen aanstoot geven en anderen ertoe kunnen brengen zich bij deze valse religies aan te sluiten. De staat zou hen vertellen dat ze tegenover God de verplichting hebben om katholiek te zijn en zou ze proberen te bekeren door ze te verwijzen naar een katholiek priester, maar hij zou hen hier niet toe dwingen. Dit is een voorbeeld van het duidelijke onderscheid tussen 1) iemand dwingen katholiek te zijn, iets wat de Kerk veroordeelt, omdat het geloof vrijwillig is en 2) het recht van de staat om valse godsdienstige handelingen te onderdrukken, iets wat de Kerk leert.
Maar Vaticanum II leert precies het tegenovergestelde. Het onderstaande citaat is de duidelijkste ketterij van Vaticanum II over de godsdienstvrijheid. Wij halen het nog een keer aan omdat dit fragment absoluut niet te verdedigen is, en waardoor elke poging tot verdediging van het onverdedigbare stukloopt, zoals de verdraaiing door Patrick Madrid hierboven.
Hier zegt Vaticanum II dat de staat zijn bevoegdheid te buiten gaat als hij het waagt om godsdienstige handelingen te regelen of te belemmeren. We hebben zojuist hierboven gezien dat de Syllabus van Dwalingen het idee veroordeelt dat de staat de religieuze handelingen van andere godsdiensten niet kan verhinderen. Dit bewijst dat de leer van Vaticanum II over godsdienstvrijheid duidelijk vals en ketters is, en dat Vaticanum II níet alleen leert dat je niet gedwongen mag worden om katholiek te worden.
De “Binnen de Juiste Grenzen”-uitweg
In een poging om de ketterse leer van Vaticanum II over godsdienstvrijheid op alle mogelijke manieren te verdedigen, wringen de verdedigers van Vaticanum II zich in alle bochten om hun gelijk te halen. Ze citeren de onderstaande passage van Vaticanum II en verdraaien de betekenis in de hoop dat de passage (na hun verdraaiing) op de een of andere manier in overeenstemming is met de traditionele leer tegen godsdienstvrijheid. Ze beweren dat Vaticanum II geen onvoorwaardelijke vrijheid van publieke eredienst toestaat, maar spreekt over bepaalde "grenzen".
"Kijk," zeggen ze, "Vaticanum II leert dat het burgerlijk gezag grenzen kan stellen aan deze religieuze uitdrukking; en dit is in overeenstemming met de traditionele leer." Dit is zo'n oneerlijk argument, zo'n verdraaiing van de tekst, dat katholieken hierover zeer verontwaardigd zouden moeten zijn. In de passage hierboven, waarin verkondigd wordt dat niemand (ongeacht zijn religie) belet kan worden zijn godsdienst openlijk te uiten, dekt Vaticaan zich gewoon in door te zorgen dat het niet te boek komt te staan voor het toestaan van anarchie in de staat.
Vaticanum II moest de clausule "binnen de juiste grenzen" toevoegen, zodat het niet de reputatie zou krijgen van een genootschap dat bijvoorbeeld een religieuze groepering erkent die het verkeer blokkeert tijdens spitsuren of religieuze diensten houdt midden op drukke snelwegen. Dus leerde het dat "niemand .....verhinderd wordt om, binnen de juiste grenzen, te handelen volgens zijn geweten, hetzij privé of publiek." Vaticanum II zegt helemaal niet dat een katholieke staat het recht op godsdienstvrijheid van niet-katholieke burgers zou mogen beknotten; Vaticanum II verkondigt nog steeds onmiskenbare ketterij over godsdienstvrijheid: dat de de vrijheid van godsdienst een burgerrecht moet zijn en dat niemand door het gezag mag worden verhinderd om in het openbaar volgens zijn geweten te handelen; maar het geeft alleen maar aan dat de rechtvaardige openbare orde niet geschonden kan worden door degenen die dit recht uitoefenen.
Om te bewijzen dat dit de betekenis is - wat natuurlijk voor een eerlijke beoordelaar vanzelfsprekend is - kunnen we eenvoudig dezelfde # 2 in die Verklaring citeren:
We zien dat de term "binnen de juiste grenzen" simpelweg betekent "zolang de openbare orde niet in het geding is ." Dus volgens Vaticanum II heeft iedereen het recht op godsdienstvrijheid, inclusief de publieke uiting en beoefening van zijn religie, dat het gezag niet mag beknotten zolang de openbare orde bewaard blijft. Dit is ketters. Vaticanum II is niet in overeenstemming met de traditionele leer, hoezeer ketters zoals "Fr." Brian Harrison ook proberen om aan de hand van deze clausule op een oneerlijke manier het tegendeel te bewijzen.
Vaticanum II leert dat de staat de publieke uitingen van valse religies niet mag beletten, zoals we heel duidelijk zien in dit citaat, dat we al hebben besproken.
Het is volstrekt onmogelijk om de onhoudbare ketterij van Vaticanum II met betrekking tot godsdienstvrijheid te verdedigen.
“De leer over de Godsdienstvrijheid is geen dogma”-bezwaar
Gezien de duidelijke tegenstrijdigheid tussen de leer van Vaticanum II over godsdienstvrijheid en de traditionele leer, houden andere verdedigers van de geloofsafval sinds Vaticanum II vol dat, ondanks de tegenspraak, er geen sprake is van ketterij in de leer van Vaticanum II, omdat de traditionele leer over godsdienstvrijheid niet als een onfeilbaar dogma is verkondigd.
Dit klopt helemaal niet, en is gemakkelijk te weerleggen. De opvatting van Vaticanum II, dat iedereen het burgerrecht op vrijheid van godsdienst moet krijgen, zodat hij door de wet verzekerd is van het recht om publiekelijk zijn valse religie te beoefenen en te verspreiden, is dogmatisch, plechtig en onfeilbaar veroordeeld door Paus Pius IX in Quanta Cura. De taal, die Pius IX gebruikt, voldoet ruimschoots aan de vereisten voor een dogmatische definitie. Let vooral op de vetgedrukte en onderstreepte gedeeltes.
Paus Pius IX veroordeelt plechtig, wijst af en verbiedt deze kwaadwillige opvatting volgens zijn apostolisch gezag, en verklaart plechtig dat alle zonen van de katholieke kerk deze kwaadwillige opvatting als veroordeeld moeten beschouwen. Dit is plechtige taal en onfeilbare leer van de hoogste orde. Het lijdt geen twijfel dat Quanta Cura een dogmatische veroordeling is van het denkbeeld dat godsdienstvrijheid een burgerrecht moet zijn dat iedereen wordt gegeven. De leer van Vaticanum II was daarom directe ketterij tegen de onfeilbare dogmatische leer over dit onderwerp.
De leer van Vaticanum II over Godsdienstvrijheid verwerpt de hele Geschiedenis van het Christendom en vernietigt de Katholieke Maatschappij
Wij hebben laten zien dat de Vaticanum II leer over de godsdienstvrijheid ketterij is. Met nog vele andere voorbeelden zou kunnen worden aangetoond dat deze leer vals, verderfelijk en onkatholiek is. Het dogmatische Concilie van Vienne bijvoorbeeld beval de katholieke leiders van Staten overheidscontrole uit te oefenen op (d.w.z. het verbieden van) openlijke islamitische godsdienstuitingen. Paus Clemens V herinnerde de Staat aan zijn plicht de openbare belijdenis van valse godsdiensten te verbieden.
Volgens Vaticanum II is deze leer van het Concilie van Vienne onjuist. Het was volgens Vaticanum II ook onjuist dat de christelijke godsdienst in 392 A.D. door Theodosius II verklaard werd tot de godsdienst van het Romeinse Rijk en dat alle heidense tempels gesloten werden.83 Dit toont opnieuw aan dat de leer van Vaticanum II over de godsdienstvrijheid verderfelijk en ketters is.
Deze ketterse leer is precies de reden waarom een aantal katholieke naties, in de pas lopend met Vaticanum II, hun katholieke grondwet heeft veranderd ten gunste van een wereldlijke! De katholieke grondwetten van Spanje en Columbia zijn daadwerkelijk afgeschaft op last van van het Vaticaan, en de wetten van die landen zijn veranderd om de publieke beoefening van niet-katholieke godsdiensten te kunnen toestaan.
Veranderingen in de Spaanse katholieke wet als gevolg van de leer van Vaticanum II
De “Fuero de los Espanoles,” de fundamentele wet van de Spaanse Staat die op 17 juli 1945 werd aangenomen, stond alleen de privé-beoefening toe van niet-katholieke culten [godsdiensten] en verbood alle propaganda-activiteiten van de zijde van valse godsdiensten.
Artikel 6, 1: “De belijdenis en beoefening van de katholieke godsdienst, die de godsdienst van de Spaanse Staat is, geniet officiële bescherming.”
Artikel 6, 2: “… alleen katholieke ceremonieën en openbare geloofsuitingen zijn toegestaan.”
Wij zien dat, overeenkomstig de traditionele katholieke leer, de Spaanse wet bepaalde dat alleen katholieke ceremonieën en publieke geloofsuitingen toegestaan werden. Maar na Vaticanum II verving de “Ley Organica del Estado” (10 januari 1967) dit tweede lid van artikel 6 door het volgende:
“De Overheid draagt zorg voor de bescherming van de vrijheid van godsdienst, een bescherming die zal vallen onder het rechtswezen dat verantwoordelijk is voor de handhaving van de openbare en morele orde.”
Bovendien verklaarde de inleiding op de Spaanse Grondwet, die na Vaticanum II gewijzigd was door dezelfde “Ley Organica del Estado” uitdrukkelijk:
“… Gegeven de in Artikel 6 ingevoerde wijziging door de “Ley Organica del Estado,” bekrachtigd per nationaal referendum, ten einde de tekst aan te passen aan de conciliaire Verklaring over Godsdienstvrijheid afgekondigd op 7 december 1965 [door Vaticanum II], die de uitdrukkelijke erkenning van dit recht [godsdienstvrijheid] verlangt, en zich bovendien conformeert aan het tweede fundamentele Beginsel van de Beweging volgens welk de leer van de Kerk onze wetten dient te inspireren...”
We zien dat het tweede lid van Artikel 6 van de Grondwet van 1945 inderdaad vervangen is door dat van de Grondwet van 1967 om de wetten van Spanje in overeenstemming te brengen met de verklaring van Vaticanum II! Wellicht toont deze herziening van katholieke wetten in een katholiek land, die werd uitgevoerd om zich te voegen naar de nieuwe religie van Vaticanum II, beter dan wat ook de krachten aan die hier in het spel zijn. Spanje is van een katholiek land veranderd in een goddeloze natie, die nu wettelijke bescherming biedt aan echtscheiding, homoseksualiteit, pornografie en anticonceptie, allemaal dankzij Vaticanum II.
In overeenstemming met de ketterse leer over godsdienstvrijheid verkondigt Vaticanum II de ketterij dat alle godsdiensten vrijheid van meningsuiting en persvrijheid hebben.
De opvatting dat iedereen vrijheid van meningsuiting en persvrijheid heeft is wordt door vele pausen veroordeeld. We citeren hier alleen Paus Gregorius XVI en Paus Leo XIII. Merk op dat Paus Gregorius XVI deze opvatting (exact dezelfde als Vaticanum II verkondigt) schadelijk noemde en “niet vaak genoeg veroordeeld kan worden.”
Al deze katholieke leerstukken zijn rechtstreeks in tegenspraak met de ketterse leer van Vaticanum II.
Voetnoten bij hoofdstuk 8:
62 Denzinger 1777.
63 The Papal Encyclicals, Vol. 2 (1878-1903), p. 115.
64 Denzinger 1778.
65 Denzinger 1755.
66 Denzinger 1690.
67 Decrees of the Ecumenical Councils, Vol. 2, p. 1002.
68 Decrees of the Ecumenical Councils, Vol. 2, p. 1003.
69 Benedict XVI, Principles of Catholic Theology, San Francisco, CA: Ignatius Press, 1982, p. 381.
70 Benedict XVI, Principles of Catholic Theology, p. 385.
71 Benedict XVI, Principles of Catholic Theology, p. 391.
72 Decrees of the Ecumenical Councils, Vol. 2, p. 1004.
73 The Papal Encyclicals, Vol. 2 (1878-1903), pp. 175-176.
74 Patrick Madrid, Pope Fiction, San Diego: Basilica Press, 1999, p. 277
75 Denzinger 1778.
76 Decrees of the Ecumenical Councils, Vol. 2, p. 1004.
77 Decrees of the Ecumenical Councils, Vol. 2, p. 1002.
78 Decrees of the Ecumenical Councils, Vol. 2, p. 1003.
79 Decrees of the Ecumenical Councils, Vol. 2, p. 1004.
80 Chris Ferrara, Catholic Family News, “Opposing the Sedevacantist Enterprise, Part II,” Oct. 2005, pp. 24-25.
81 Denzinger 1690; 1699.
82 Decrees of the Ecumenical Councils, Vol. 1, p. 380.
83 Fr. John Laux, Church History, p. 98.
84 Denzinger 1995.
85 The Papal Encyclicals, Vol. 1 (1740-1878), p. 271.
86 Decrees of the Ecumenical Councils, Vol. 2, p. 1004.
87 The Papal Encyclicals, Vol. 1 (1740-1878), p. 238.
88 The Papal Encyclicals, Vol. 2 (1878-1903), p. 180.
89 The Papal Encyclicals, Vol. 2 (1878-1903), p. 114.