^
^
Recent Featured Videos and Articles | Eastern “Orthodoxy” Exposed | Why Hell Must Be Eternal | The Antichrist Identified! | What Fake Christians Get Wrong About Ephesians | Why So Many Can't Believe | “Magicians” Prove A Spiritual World Exists | Amazing Evidence For God | News Links |
Vatican II “Catholic” Church Exposed | Steps To Convert | Outside The Church There Is No Salvation | E-Exchanges | The Holy Rosary | Padre Pio | Traditional Catholic Issues And Groups | Help Save Souls: Donate |
Het Westers Schisma (1378-1417) en wat het ons leert over de geloofsafval sinds Vaticanum II
Massale verwarring, meerdere tegenpausen, tegenpausen in Rome, een tegenpaus die door alle kardinalen werd erkend; Het Westers Schisma toont aan dat het mogelijk is dat diverse tegenpausen elkaar opvolgen in deze Kerkcrisis waar we nu sinds Vaticanum II middenin zitten -
Het Overzicht van het Westers Schisma
De Pausen
Avignon Lijn (tegenpausen)
Pisa Lijn (tegenpausen)
Urbanus VI (1378-1389)
▼
Bonifatius IX (1389-1404)
▼
Innocentius VII (1404-1406)
▼
Gregorius XII (1406-1415)
De paus die de minste steun kreeg in de geschiedenis, de minste erkenning van de drie pretendenten, afgewezen door bijna de gehele christenheid
Clemens VII (1378-1394) erkend door al de nog in leven zijnde kardinalen die Urbanus VI hadden gekozen
▼
Benedictus XIII (1394-1417) gedurende enige tijd erkend door St. Vincent Ferrer
*de lijn gesteund door de meeste theologen van die tijd, gekozen door kardinalen van beide kampen*
Alexander V (gekozen door kardinalen te Pisa) 1409- 1410
▼
Johannes XXIII (1410-1415)
regeerde in Rome, had de grootste steun van de drie pretendenten
Beëindigd met de verkiezing van Paus Martinus V, 1417 tijdens het Concilie van Konstanz
Hoe het allemaal is gebeurd
Het conclaaf in het Vaticaan (1378), vlak na de dood van paus Gregorius XI, was de eerste bijeenkomst sinds 1303 die weer in Rome plaatsvond. De pausen hadden vanwege politieke beroering ongeveer 70 jaar in Avignon gewoond. Het conclaaf werd gehouden te midden van scènes met ongekend tumult.1 Omdat Frankrijk de laatste 70 jaar de verblijfplaats van de pausen was geweest, was de Romeinse meute die het conclaaf omsingeld had heel opstandig en schreeuwde dat de kardinalen een Romein moesten kiezen, of op zijn minst een Italiaan. Op een bepaald moment, toen men dacht dat er een Fransman was gekozen in plaats van een Italiaan, bestormde de menigte het paleis:
Uiteindelijk werd een Italiaan, Paus Urbanus VI, gekozen door zestien kardinalen. De nieuwe paus vroeg de kardinalen of ze hem vrij en canoniek hadden gekozen; ze zeiden dat dat het geval was. Kort na de verkiezing schreven de zestien die Urbanus VI hadden gekozen aan de zes kardinalen die stijfkoppig in Avignon waren gebleven:
KARDINALEN VERWERPEN PAUS URBANUS VI ONDER HET VOORWENDSEL VAN DE OPSTANDIGE ROMEINSE MEUTE
Maar kort na zijn verkiezing begon Paus Urbanus VI de kardinalen van zich te vervreemden.
Een voor een gingen de kardinalen naar Anangi in Frankrijk op vakantie.
Nadat het nieuws over het besluit van de kardinalen om Urbanus VI niet te erkennen, was rondgegaan, publiceerde de canonist Baldus, die beschouwd werd als de beroemdste jurist in zijn tijd, een verhandeling waarin hij zich uitsprak tegen hun besluit. Hierin zei hij:
Ondanks de onnauwkeurigheid van deze bewering door Baldus – want een ware paus kan nooit afgezet worden; een ketter zet zichzelf af – kunnen wij uit zijn woorden duidelijk de algemeen erkende waarheid lezen dat iemand die aanspraak maakt op het pausschap, en openlijk ketters is, en in zijn ketterij volhardt, verworpen kan worden als iemand die géén paus is, aangezien hij buiten de Kerk staat.
ALLE KARDINALEN VERWERPEN URBANUS VI EN ERKENNEN EEN TEGENPAUS
Op 20 juli 1378 onttrokken vijftien van de zestien kardinalen die Paus Urbanus VI hadden gekozen zich aan zijn gezag. Als reden gaven ze op dat de verkiezing niet volgens het kerkelijk recht was verlopen door de aanwezigheid van de dreigende Romeinse meute. De enige kardinaal die Paus Urbanus VI niet afwees was Kardinaal Tebaldeschi, maar hij overleed kort daarna, op 7 september – en zo was een situatie ontstaan waarin niet één van de kardinalen van de Katholieke Kerk de ware paus, Urbanus VI, erkende. Allen van de in leven zijnde kardinalen beschouwden zijn verkiezing als ongeldig.7
Nadat de kardinalen op 20 september 1378 Urbanus VI verworpen hadden, kozen zij vervolgens Clemens VII als "paus", die zijn rivaliserende "Pausdom" in Avignon vestigde. Het grote schisma van het Westen was begonnen.
Hoewel de geldigheid van de verkiezing van Urbanus VI kon worden vastgesteld, kan men begrijpen waarom velen werden misleid door het argument dat de Romeinse meute zijn verkiezing op onwettige wijze had beïnvloed, waardoor het niet canoniek zou zijn. Bovendien zal men beseffen hoe de positie van tegenpaus Clemens VII volgens velen aanzienlijk en indrukwekkend versterkt werd door het feit dat vijftien van de zestien kardinalen die Urbanus VI hadden gekozen, zijn verkiezing ongeldig hadden verklaard. De situatie die ontstond na de aanvaarding van tegenpaus Clemens VII door de kardinalen was een nachtmerrie, een nachtmerrie vanaf het allereerste begin - een nachtmerrie die ons laat zien hoe God soms toelaat dat er een verwarde toestand ontstaat waarin alles verkeerd gaat, zonder de essentiële belofte die Hij aan Zijn Kerk heeft gedaan te schenden:
Het spektakel ging door toen zowel de pausen als de tegenpausen stierven, om weer door anderen opgevolgd te worden. Paus Urbanus VI stierf in 1389 en werd opgevolgd door Paus Bonifatius IX, die regeerde van 1389 tot 1404. Nadat Bonifatius IX gekozen was, werd hij meteen geëxcommuniceerd door tegenpaus Clemens VII, en hij reageerde door hem te excommuniceren.
Tijdens zijn bewind “kon paus Bonifatius IX zijn invloedssfeer in Europa niet vergroten; hij raakte Sicilië en Genua kwijt. Om de verspreiding van steun voor Clemens in Duitsland te voorkomen overlaadde hij de Duitse koning Wenceslaus met gunsten ... "10
KARDINALEN VAN BEIDE KAMPEN LEGDEN EEN EED AF OM ZICH IN TE ZETTEN VOOR DE BEËINDIGING VAN HET SCHISMA VOORDAT ZE DEEL ZOUDEN NEMEN AAN NIEUWE VERKIEZINGEN, WAT AANTOONT HOE ONHOUDBAAR DE TOESTAND WAS GEWORDEN
Ondertussen overleed in 1394 tegenpaus Clemens VII in Avignon. Voordat ze de opvolger van tegenpaus Clemens VII kozen “zwoeren alle eenentwintig kardinalen zich in te spannen voor de beëindiging van het schisma, waarbij ieder van hen beloofde om, als hij gekozen zou worden, af te treden indien en wanneer de meerderheid dat juist zou vinden.”11 Onthoud dit even, omdat het van belang wordt als we bespreken waarom een derde partij, die ook aanspraak maakte op het pausschap, in beeld kwam.
De kardinalen in Avignon kozen vervolgens Pedro de Luna, (tegenpaus) Benedictus XIII als opvolger van tegenpaus Clemens VII. Benedictus XIII regeerde als de pretendent van Avignon gedurende de resterende jaren van het schisma. Al enige tijd genoot Benedictus XIII de steun van niemand anders dan de Dominicaanse wonderdoener, St. Vincent Ferrer. St. Vincent was feitelijk enige tijd zijn biechtvader 12; hij geloofde dat de lijn van Avignon de geldige lijn was (tot enige tijd later in het schisma). Het was duidelijk dat St. Vincent tot de overtuiging was gekomen dat de verkiezing van Paus Urbanus VI ongeldig was vanwege de weerbarstige Romeinse meute. Ook zal hij zich wel hebben laten leiden door de indrukwekkende aanvaarding van de Avignon lijn door vijftien van de zestien kardinalen die aan de verkiezing van Urbanus VI hadden deelgenomen.
Als kardinaal had tegenpaus Benedictus XIII oorspronkelijk zelf deelgenomen aan de verkiezing van Paus Urbanus VI, en liet toen Urbanus vallen en spande zich in voor de verkiezing van Clemens (uiteraard, nadat hij ervan overtuigd was dat de verkiezing van Urbanus ongeldig was). Als kardinaal onder tegenpaus Clemens VII verbleef Benedictus XIII "als zijn gezant elf jaar op het Iberisch schiereiland, en door zijn diplomatie stelde Aragon, Castilië, Navarra en Portugal zich onder zijn gezag [van tegenpaus Clemens VII]."13
Nadat Benedictus XIII gezworen had om het pad van troonsafstand te volgen om zo het schisma te beëindigen, als de meerderheid van zijn kardinalen ermee instemden, vervreemdde Benedictus XIII zich van velen van zijn kardinalen. Hij kwam terug op zijn belofte en toonde zich onwillig om zijn aftreden te overwegen, hoewel dat de wil was van de de meerderheid van zijn kardinalen. Zijn rivaal, Paus Bonifatius IX, was al net zo onwillig.
In 1404 stierf Paus Bonifatius IX (de opvolger van Urbanus VI) en Paus Innocentius VII werd door de acht beschikbare kardinalen gekozen als zijn opvolger. Paus Innocentius VII leefde echter niet lang; slechts twee jaar later, in 1406, overleed hij. Tijdens zijn korte regeerperiode bleef Innocentius VII zich verzetten tegen een ontmoeting met de pretendent van Avignon, Benedictus XIII, ondanks het feit dat hij voor zijn verkiezing gezworen had alles te doen wat in zijn macht lag om een einde aan het schisma te maken, en zo nodig af te treden.
Toen het schisma aanhield raakten leden van beide kampen steeds meer gefrustreerd door de onwil van beide pretendenten om doeltreffende maatregelen te nemen om tot beëindiging van het schisma te komen.
In overeenstemming met dit wijdverspreide sentiment om effectieve actie te ondernemen om het schisma te beëindigen werd nog een eed afgelegd vóór de verkiezing van de opvolger van Innocentius VII.
Alleen uit het feit al dat de kardinalen, die zich voorbereidden op de verkiezing van een ware paus, een dergelijke eed aflegden – die onderhandelingen omvatten met een tegenpaus - blijkt hoe afschuwelijk de toestand tijdens het schisma was, en hoeveel steun de tegenpaus in de christelijke wereld had.
Het conclaaf koos vervolgens Paus Gregorius XII op 30 november 1406. De hoop op een einde van het schisma werd nieuw leven ingeblazen door de onderhandelingen die Paus Gregorius begon met tegenpaus Benedictus XIII. Zij waren het zelfs eens over de plaats van ontmoeting, maar Paus Gregorius aarzelde; hij twijfelde (en met recht) aan de oprechtheid van de bedoelingen van Benedictus. De besluitvorming rond het aftreden van Paus Gregorius XII werd ook beïnvloed door enkelen van zijn naaste verwanten, die een negatief beeld schetsten van wat er zou kunnen gebeuren als hij aftrad.
KARDINALEN UIT BEIDE KAMPEN ZIJN HET ZAT, GAAN NAAR PISA EN KIEZEN EEN NIEUWE “PAUS” IN EEN INDRUKWEKKENDE CEREMONIE MET KARDINALEN VAN BEIDE KANTEN
Bij de veertien kardinalen, die zich niet langer onder Paus Gregorius stelden en naar Pisa vluchtten, voegden zich tien kardinalen die het gezag van tegenpaus Benedictus niet meer erkenden. De kardinalen uit de twee kampen hadden een concilie georganiseerd, en waren vastbesloten het schisma te beëindigen door middel van een gezamenlijke verkiezing in Pisa.
De kardinaal Aartsbisschop van Milaan hield de openingstoespraak in Pisa. Hij veroordeelde beide eisers, Gregorius XII en (tegenpaus) Benedictus XIII, en riep hen formeel op om op het concilie te verschijnen. Toen ze zich niet meldden werd er een verklaring van ongehoorzaamheid afgegeven.
Opgemerkt moet worden dat in dit stadium van het schisma (1409), de mensen zich zo ergerden aan de blijvende verdeeldheid en de verbroken beloftes van de twee pretendenten, dat de vergadering in Pisa zeer welkom was en brede steun genoot. Het zag er allemaal nog indrukwekkender uit doordat een aanzienlijk aantal van de vierentwintig kardinalen deel hadden uitgemaakt van beiden kampen [Gregorius XII en tegenpaus Benedictus XIII]. Dit feit gaf de indruk van een gezamenlijk optreden van de kardinalen van de Kerk. Op 29 juni 1409 kozen de vierentwintig kardinalen unaniem Alexander V. Nu waren er tegelijkertijd drie pretendenten voor het pausschap.
DE DERDE PRETENDENT, DE TEGENPAUS VAN PISA, HAD DE GROOTSTE STEUN EN GENOOT HET VERTROUWEN VAN DE THEOLOGEN OMDAT ZIJ VONDEN DAT HIJ DE GEMEENSCHAPPELIJKE KEUZE VAN DE KARDINALEN UIT BEIDE KAMPEN WAS
Van de drie pretendenten kreeg de nieuwgekozen tegenpaus van Pisa, Alexander V, de meeste steun in de christelijke wereld. De echte paus, Gregorius XII, kreeg de minste.
Vanaf het begin had Alexander V "de steun van Engeland, het grootste deel van Frankrijk, de Lage Landen, Bohemen ... Polen ... zijn eigen Milaan, Venetië en Florence. De Luna [tegenpaus Benedictus XIII] behield de steun van zijn eigen Aragon, Castilië, delen van Zuid-Frankrijk en Schotland ... Gregorius XII was de zwakste van de drie, en behield alleen de loyaliteit van Napels, West-Duitsland, enkele Noord-Italiaanse steden en de trouwe Carlo Malatesta van Rimini ... Het Westers Schisma was een driehoek van scheefgetrokken loyaliteiten geworden, met de ware Paus de zwakste van de drie ... De katholieke kerk leek het lot ondergaan dat later het Protestantisme zou treffen: herhaalde, onstuitbare afsplitsingen ... Het ergste van alles was dat er geen redding uit deze ramp mogelijk leek.”19
De meeste van de geleerde theologen en canonisten [kerkjuristen] uit die tijd stonden positief tegenover de Pisa-lijn van tegenpausen.
GEEN WARE PAUS IN DE GESCHIEDENIS HAD ZO WEINIG STEUN ALS PAUS GREGORIUS XII TEGEN HET EINDE VAN HET WESTERS SCHISMA
In 1411 volgde de nieuw gekozen Heilige Roomse Keizer Sigismund het algemene sentiment en viel de ware paus, Gregorius XII af.
De nieuwgekozen tegenpaus van de Pisa lijn, Alexander V, leefde niet lang. Hij stierf binnen een jaar na zijn verkiezing, in mei 1410. Als zijn opvolger kozen de Pisa kardinalen op 17 mei 1410 unaniem Baldassare Cossa, die de naam Johannes XXIII aannam. Net als zijn voorganger Alexander V, had Johannes XXIII onder de drie pretendenten de meeste steun.
Zoals we zien, kon tegenpaus Johannes XXIII in Rome regeren. Johannes XXIII (1410-1415) zou de laatste tegenpaus zijn die vanuit Rome regeerde, tot de geloofsafval van Vaticanum II, die begon met een man die zichzelf ook Johannes XXIII noemde (Angelo Roncalli, 1958-1963).
In 1414, in het vierde jaar van zijn regering als tegenpaus, riep Johannes XXIII, op aandringen van keizer Sigismund, het Concilie van Konstanz bijeen. Het is heel interessant om te zien dat de recente Johannes XXIII in 1962, ook in het vierde jaar van zijn regering, Vaticanum II bijeenriep. En net zoals Vaticanum II begon het Concilie van Konstanz als een vals concilie, bijeengeroepen door een tegenpaus.
Op dit punt in het schisma was keizer Sigismund vastbesloten om de christenheid te verenigen door zich in te zetten voor het afreden van alle drie pretendenten. Toen Johannes XXIII besefte dat hij op het Concilie van Konstanz niet zou worden aanvaard als de ware paus, vluchtte hij uit het concilie .
Tegenpaus Johannes XXIII werd toen formeel door de raad veroordeeld en afgezet. Er werd een arrestatiebevel door de keizer uitgevaardigd; hij werd gevangen genomen en in de gevangenis gezet. Daar "overhandigde hij onder tranen zijn pauselijke zegel en de vissersring aan vertegenwoordigers van het concilie.” Zonder protest aanvaarde hij het vonnis.24
Dus, nadat tegenpaus Johannes XXIII was afgezet, stemde paus Gregorius XII ermee in het Concilie van Konstanz bijeen te roepen (om het de pauselijke legitimiteit te verlenen, die tegenpaus Johannes XXIII niet kon geven) en dan af te treden in de hoop het schisma te beëindigen.
Ondertussen was tegenpaus Benedictus XIII (de pretendent van Avignon) benaderd door keizer Sigismund en gevraagd om af te treden. Hij weigerde koppig tot het einde toe, maar inmiddels had het algemene sentiment zich zo tegen hem gekeerd dat zijn aanhang aanzienlijk was afgenomen..
Nadat het zich van beide tegenpausen had ontdaan en de ware paus was afgetreden, koos het Concilie van Konstanz vervolgens op 11 november 1417 Paus Martin V en maakte daarmee officieel een einde aan het Westers Schisma. (De Avignon lijn van tegenpausen zette zich na de dood van Benedictus XIII wel voort met de verkiezing van tegenpaus Clemens VIII, die als zijn opvolger werd gekozen door zijn vier overgeblevenen kardinalen. Deze kardinalen vonden toen dat de verkiezing van tegenpaus Clemens VIII ongeldig was en kozen Benedict XIV; maar in de tijd van de afzetting van tegenpaus Benedict XIII door het Concilie van Konstanz had de Avignon lijn al zoveel steun verloren dat deze laatste twee opvolgers van Benedict XIII zo onbeduidend zijn, dat ze slechts verdienen om als een voetnoot vermeld te worden.)
CONCLUSIE: WAT HET WESTERS SCHISMA ONS VOOR DEZE TIJD LEERT
In dit artikel hebben we een van de belangrijke hoofdstukken uit de geschiedenis van de Kerk besproken. Hierbij hebben we een aantal zeer belangrijke dingen gezien - dingen die heel relevant zijn voor onze huidige situatie.
Integendeel, als God de bovengenoemde ramp toeliet tijdens het Westers Schisma (dat in het ergste geval slechts een voorspel zou kunnen zijn van de Grote Geloofsafval), waarin meerdere tegenpausen tegelijk regeerden en de echte paus de zwakste van de drie was, wat voor soort rampspoed en misleiding zou Hij dan niet toelaten met tegenpausen (zonder ooit de essentiële beloften te schenden die Hij aan Zijn Kerk heeft gedaan) tijdens de laatste geestelijke verdrukking, die de meest misleidende van allemaal zal zijn? Het is een OVERDUIDELIJKE DWAASHEID, die meteen wordt weerlegd door de katholieke leer en de feiten uit de kerkgeschiedenis, als men beweert dat het onmogelijk is dat een reeks tegenpausen een valse sekte in het leven heeft geroepen om de ware kerk te bestrijden. Verder is het uitermate schandalig als men beweert dat een dergelijke situatie "overduidelijk absurd" is na bestudering van de onmiskenbare feiten die we als bewijs hebben aangevoerd.
We zullen dit overzicht van het Westers Schisma beëindigen met citaten van Pater Edmund James O'Reilly, S.J. In zijn boek The Relations of the Chuch to Society – Theological Essays -, van 1882, schrijft hij een aantal zeer interessante dingen over het Westers Schisma. Hij vermeldt de mogelijkheid van een pauselijk interregnum (een periode zonder paus), dat net zo lang duurt als het Westers Schisma (bijna 40 jaar).
We beginnen met een citaat uit de bespreking van Pater O'Reilly over het Westers Schisma.
Pater O’Reilly zegt dat een interregnum die de hele periode van het Westers Schisma bestrijkt in het geheel niet onverenigbaar is met de beloftes van Christus aan Zijn Kerk. De periode waarover Pater O’Reilly spreekt begon in 1378 met de dood van Paus Gregorius XI en eindigde in feite in 1417 met de verkiezing van Paus Martinus V. Dat is een interregnum van negenendertig jaar!
Aangezien Pater O’Reilly dit na het Eerste Vaticaans Concilie heeft geschreven, zal het duidelijk zijn dat hij aan de kant staat van degenen die van mening zijn dat de Heilige Stoel lange tijd vacant kan blijven, dus aan de kant van hen die de tegenpausen Johannes XXIII, Paulus VI, Johannes Paulus II, Benedictus XVI en Franciscus verwerpen. In feite geeft Pater O’Reilly op pagina 287 van zijn boek deze profetische waarschuwing:
Pater O’Reilly zegt, dat als het Westers Schisma nooit had plaatsgehad, de mensen zouden zeggen dat zo’n situatie onmogelijk zou zijn en niet verenigbaar met de beloftes van Christus aan Zijn Kerk, en dat we de mogelijkheid van dergelijke en misschien ergere dingen in de toekomst niet kunnen wegwuiven omdat ze zeer schokkend zouden zijn.
Voetnoten bij hoofdstuk 5:
1 J.N.D. Kelly, Oxford Dictionary of Popes, Oxford University Press, 1986, p. 227.
2 Warren H. Carroll, A History of Christendom, Vol. 3 (The Glory of Christendom), Front Royal, VA:
Christendom Press, p. 429.
3 Warren H. Carroll, A History of Christendom, Vol. 3 (The Glory of Christendom), p. 431.
4 Fr. John Laux, Church History, Rockford, IL: Tan Books, 1989, p. 404.
5 Warren H. Carroll, A History of Christendom, Vol. 3 (The Glory of Christendom), pp. 432-433.
6 Quoted by Warren H. Carroll, A History of Christendom, Vol. 3 (The Glory of Christendom), p. 433.
7 Warren H. Carroll, A History of Christendom, Vol. 3 (The Glory of Christendom), pp. 432-434.
8 Fr. John Laux, Church History, p. 404.
9 Fr. John Laux, Church History, p. 405.
10 J.N.D. Kelly, Oxford Dictionary of Popes, p. 231.
11 J.N.D. Kelly, Oxford Dictionary of Popes, p. 232.
12 Fr. Andrew Pradel, St. Vincent Ferrer: The Angel of the Judgment, Tan Books, 2000, p. 39.
13 J.N.D. Kelly, Oxford Dictionary of Popes, p. 237.
14 Fr. John Laux, Church History, p. 405.
15 J.N.D. Kelly, Oxford Dictionary of Popes, p. 235.
16 J.N.D. Kelly, Oxford Dictionary of Popes, p. 235.
17 Warren H. Carroll, A History of Christendom, Vol. 3 (The Glory of Christendom), p. 472.
18 Fr. John Laux, Church History, p. 405.
19 Warren H. Carroll, A History of Christendom, Vol. 3 (The Glory of Christendom), pp. 473-474.
20 Warren H. Carroll, A History of Christendom, Vol. 3 (The Glory of Christendom), p. 471.
21 Warren H. Carroll, A History of Christendom, Vol. 3 (The Glory of Christendom), p. 479.
22 J.N.D. Kelly, Oxford Dictionary of Popes, p. 238.
23 Warren H. Carroll, A History of Christendom, Vol. 3 (The Glory of Christendom), p. 485.
24 Warren H. Carroll, A History of Christendom, Vol. 3 (The Glory of Christendom), p. 487.
25 J.N.D. Kelly, Oxford Dictionary of Popes, p. 236.
26 Fr. John Laux, Church History, p. 408.
27 Fr. James Edmund O’Reilly, The Relations of the Church to Society – Theological Essays.
28 Fr. James Edmund O’Reilly, p. 287.